Tranen bij Ajax waar we van houden

Tranen bij Ajax waar we van houden
Nick Hengelman

Dit is de eerste column weer na mijn vakantie. In plaats van een pagina had ik er een boek over kunnen schrijven. Go Ahead pakt de beker, PSV grijpt de titel en Weghorst sleept de publieksprijs binnen. Er is meer gebeurd in deze paar dagen dan in menig gemiddelde soapaflevering. Uiteindelijk is het dan toch gelukt: Peter Bosz heeft de titel te pakken. En dat is hem gegund ook. Maar wat mij toch is bijgebleven? De tranen van Farioli. En dat zijn de goeie. Tranen waar we van houden. Zo’n vent die nog probeert ze weg te knipperen, maar het gevecht tegen de Niagara Falls al snel verliest. Je voelt aan alles: deze man heeft z’n hele hebben en houden op het veld gesmeten. En dan zijn spits. Daar zit je dan naar te kijken, terwijl elke traan bij hem zorgvuldig door een geometrische driehoek lijkt te worden gefilterd. Staat ‘ie daar nou tactisch opgesteld, achteraan in de rij, om nog even dat camera-momentje mee te pakken? Of om na het laatste applaus als eerste de catacomben in te sprinten? Tranen die ervoor zorgden dat heel Nederland nóg een extra reden kreeg om te hopen dat Ajax dit seizoen weer naast de prijzen zou grijpen. Echt of gespeeld, het maakt eigenlijk niet eens meer uit. Ajax kan de wonden likken en zichzelf eens goed onder de loep nemen. En daar wil ik best bij helpen. Want aan de andere kant van de oceaan wist de helft überhaupt niet waar Nederland lag. Toen ik een Amerikaan in Clearwater vroeg wat hij ervan vond dat ‘de beste voetballer ter wereld’ tegenwoordig in Amerika speelt, haalde hij doodleuk z’n schouders op en zei: Who? Dus het verliezen van de titel op de een-na-laatste speeldag? Dat is — in het grote plaatje — niet de grootste ramp op aarde.

 

Bestel hier het boek! 

Terug naar blog

Reactie plaatsen