Een ode aan de échte topsporter
Nick Hengelman
Voetbal is elke week leuk en aardig, maar de wedstrijden PEC - FC Twente of NAC - Go Ahead gaan we ons over tien jaar niet meer herinneren. Wereldatleten laten ons dat wél doen. Zoals een Messi, die op ons netvlies gegraveerd staat. Roger Federer, die in één adem wordt genoemd met tennis. Of Muhammad Ali in het boksen. Dát zijn pas topsporters. Zij presteren onder de grootst denkbare druk. Iets totaal anders dan een ‘zondagmiddagpotje’ in Zwolle. Ik heb afgelopen nacht de tv niet uit kunnen zetten. De Masters ging haar laatste dag in en Rory McIlroy was op jacht naar zijn Career Grand Slam – om als zesde speler ooit álle grote toernooien te winnen. De rollercoaster aan emoties die ik tijdens die laatste 18 holes voorbij heb zien komen, is voer voor elke sporter die het allerhoogste nastreeft. Ik zou elke profclub adviseren om de veldtraining van vandaag te skippen en in plaats daarvan de laatste 18 holes van de Masters terug te kijken. Daar zie je een man die al veertien jaar lang de Masters niet weet te winnen, terwijl de wil om dat te doen elk jaar zichtbaarder werd in zijn ogen. Een man die het telkens nét niet voor elkaar kreeg, en dit jaar op pole position de laatste ronde inging… om vervolgens een ‘simpele’ putt voor het kampioenschap te missen. Een play-off rest – en de rest is geschiedenis. Rory McIlroy ís geschiedenis. Een atleet waar elke voetballer iets van kan leren. En mocht je als trainer het ietwat overdreven vinden om een veldtraining in te ruilen voor 18 holes van de Masters, dan moet je toch écht je eerstvolgende bespreking wijden aan de persconferentie van McIlroy – en dan met name aan de woorden die hij richtte aan zijn dochter Poppy. Want als je als trainer denkt dat het hebben over waar en hoe druk te zetten belangrijker is dan die woorden, dan heb je van échte topsport geen kaas gegeten. En terwijl ik deze ode aan deze grootheid zit te schrijven, zou het me niks verbazen als het team van Farioli op dit moment begint aan de tweede hole van gisteravond.
1 reactie
Fantastico Nico!